Vandaag mij weer eens gebogen over de theorieën van het systematisch én uitdagend ontwerpen. Daarnaast ook meer informatie gezocht over assessments, protocollen, portfolio’s en dergelijke. En het interessante is dat dingen dan steeds meer op hun plaats vallen.
Mijn eerste voorstel en planning was vooral gebaseerd op het Leerarrangement en het model van Dick, Carey en Carey (DCC). Dat had twee redenen: ik dacht (na lezing van de voorwaarden voor de eindopdracht) dat dit verplicht was en het kwam grotendeels overeen met de werkwijze van onze opleiding. Dus wie zou ik dan zijn om hieraan te gaan twijfelen. Daarbij gaf de planning zoals in de handleiding ook een heldere leidraad voor het opleveren van stukken en dat kan nooit kwaad. Waarom iets anders verzinnen als er al iets voor handen is?
Na lezing van Valcke, waarin alle verschillende modellen voor ontwerpen van onderwijs de revue passeerden, had ik nog geen reden om te twijfelen aan DCC als beste model.
In de literatuur over Hoger Onderwijs en assessments/portfolio’s komt echter veel vaker de naam van Merriënboer naar boven. En dat kan beter passen bij mijn intenties om op dit terrein het onderwijs te ontwerpen, omdat mijn ontwerp echt competentiegericht is. Verder is het bij mij het geval dat het type “instructie” al vast staat, immers het gaat om alles rondom een assessment voor de deeltijd. De vraag hoe dit in te passen in het hele curriculum met welke gevolgen. Daarnaast moet een duidelijk procedure worden opgesteld en opdrachten ontwikkeld, die recht doen aan de eisen en voorwaarden die gesteld worden.
Door DCC en het 4C-ID model nu eerst naast elkaar te zetten, kan ik daarna de definitieve keuze maken. Of misschien wel een combinatie van beiden? Dat zou pas vernieuwend zijn?! In ieder geval komen veel elementen overeen en via de PDCA cyclus is een deel van het proces zeker gewaarborgd.
Wie heeft aanvullende suggesties voor dit dilemma?
Vind ik leuk:
Like Laden...